donderdag 13 december 2012

Pakistan, zindabat! Lang leve Pakistan!

Het verslag hieronder is overgenomen uit de nieuwsbrief van Stichting Diwa. Een bezoek aan Pakistan is een bijzondere ervaring. De aanleiding om naar Pakistan te gaan, was om het project te bezoeken, dat stichting Diwa ~ waar ik bestuurslid van ben ~ steunt. Tegelijk was de reis ook een Avantareis, wat bewijst dat je met Avanta echt op plaatsen komt, waar je anders niet komt. In 2011 hebben de reizigers van Avanta voor het Diwaproject geld ingezameld.


Met 7 enthousiaste deelnemers heb ik een week door Pakistan getrokken. Aan de reis ging veel geregel vooraf. Vooral de Pakistaanse ambassade gaf ons aardig wat frustraties. Gelukkig konden we uiteindelijk met de 8 visa in onze paspoorten op stap. De reis duurde van 19 oktober - 27 oktober 2012. 


Ik vond het zelf mijn spannendste reis tot nu toe. Niet omdat wij nou zoveel spannends meemaakten, maar omdat wij zelf de situatie niet goed konden inschatten en wij voortdurend door onze Pakistaanse begeleiders op allerlei mogelijk gevaar werden gewezen. Enerzijds terecht, want de reis die wij ons hadden voorgenomen, ging langs een route waar recent door terroristen veel mensen zijn gedood vanwege hun shi'iet of soenniet zijn, anderzijds ook voor ons gevoel heel overdreven; op een schommel, op een paard, in een boot, alles is dangerous! Don't do it, it is dangerous! 
Onze conclusie was, dat wij in Nederland geneigd zijn te zeggen dat je geen onverantwoorde risico's moet nemen en dat Pakistanen zeggen dat je geen enkel risico moet nemen. Een interessant verschil, wat wellicht voortkomt uit de veiligheid die wij gewend zijn. 

Dat het gevaar van een onverwachte kant kan komen, bleek toen wij hadden besloten om op een andere plek de bergen in te gaan dan oorspronkelijk ons plan was. Eén van de deelnemers maakte, op deze ''veilige route'' onwetend foto's in de buurt van een militair complex. Dit leverde een waarschuwingsschot en een fikse waarschuwing op. De bewuste foto was overigens wel erg geslaagd.

Jihad, an obligation; ook dit is Pakistan
Onze Pakistaanse reisgenoten hebben zogezegd ook de reis van hun leven gehad. Het bleek dat zij zelf de mooie plekken in hun eigen land nog nooit hadden bezocht. Ook waren zij erg onder de indruk van onze vitaliteit. ''Deze mensen worden nooit moe'', belden zij door aan Shahlla, ons Pakistaanse Diwa-bestuurslid, die in Nederland met ons meeleefde. Ze zijn zelf nl. niet gewend om te gaan lopen, als je ook met een auto kunt. Positief was ook, dat zij vonden dat wij niet onbeleefd of onbeschoft waren, een beeld dat zij van westerlingen hadden.. 

beschaafde westerlingen

Lahore, door Jaco Groenewoud

Pakistan is anders. Dat merken we gelijk als we zaterdagochtend vroeg aankomen op het vliegveld van Lahore. Het krioelt van de mensen in de aankomsthal, terwijl de tassen ergens verstopt op een hoop liggen. Gelukkig hebben ze daarvoor op het vliegveld mensen die je graag willen helpen je tas te vinden. Dit blijken later echter geen medewerkers van de luchthaven te zijn, maar een zzp’ers, die daar 10 dollar voor vragen. Gelukkig is de prijs onderhandelbaar. Belangrijke les: als je in Pakistan gebruik maak van iemands diensten, spreek van tevoren een prijs af. Nog beter: laat een lokale Pakistani de onderhandelingen voor je doen.

Voordat we kunnen bedenken waar we naar moeten, loopt iemand met uitgestoken hand op ons af en stelt zich voor. Het is Haroon, managing director van PSTA, de partnerorganisatie die projecten voor Diwa uitvoert. De PSTA bus staat voor de deur van de aankomsthal geparkeerd. We kunnen gelijk instappen.
Onderweg naar de eerste bestemming kijken we onze ogen uit. De levendigheid van het straatbeeld is moeilijk in woorden te vatten. Overal rijden mensen in auto’s, riskja’s, brommers, of zelfs met paard en wagen. Nooit geweten dat je met 2 volwassenen en 4 kinderen op één brommer past; 2 volwassenen, 2 kinderen en 1 schaap (overdwars) kan ook. De belangrijkste verkeersregel is dat je ‘zo ongeveer’ links moet rijden, maximaal met 2 voertuigen meer naast elkaar dan er rijbanen zijn. Daarnaast is een goed werkende claxon even belangrijk om vooruit te komen als je gaspedaal. We komen schadevrij aan in het hoofdkwartier van PSTA.

drukte alom

We maken kennis met elkaar. Daarna krijgen we een presentatie te zien over het werk van PSTA. De Diwa projecten zijn maar een klein deel van hun werk. In totaal verzorgt PSTA voor bijna 10.000 kinderen onderwijs. Diwa sponsort 10 scholen, waar 500 kinderen les krijgen.

Na de presentatie halen een uurtje nachtrust in. Rond de middag nuttigen we een stevige warme lunch. Eten is belangrijk in de Pakistaanse cultuur. Overal waar je komt krijg je eten aangeboden, en dan niet een koekje bij de koffie, maar een  complete maaltijd.

’s Middags begint het culturele deel van de reis. We bezoeken in Lahore een tuin uit de Mogultijd. De Mogul dynastieën regeerden van de 16e tot halverwege de 19e eeuw over een gebied wat zicht uitstrekte over India, Pakistan en Afghanistan. De Taj Mahal in India is ook een bekend gebouw van de Mogul cultuur. Wij kregen een rondleiding in een prachtige symmetrisch opgebouwde tuin met rijk versierde gebouwen en enorme vijvers. De tuin was ommuurd en deze dag afgesloten voor het gewone publiek, maar onze begeleiders van PSTA hadden op de een of andere manier geregeld dat we de tuin toch konden bezoeken. We voelden ons VIP’s: een gevoel wat we wel vaker zouden hebben deze reis.

bij de Indiase grens
Tegen de avond reizen we richting de Indiase grens. We gaan naar een event waarvan een van de begeleiders van PSTA zegt:”this will be something you won’t forget the rest of your life”. We lopen door een poort een soort halfopen stadion in met aan beide zijden van de weg een tribune: één voor de mannen en één voor de vrouwen. Wij mogen gemengd zitten, op een speciale tribune vlak aan de weg. We zitten samen met nog zo’n 10 000 Pakistani bij een grensovergang met India. Als je over het hek naar de andere kant kijkt zie je in de verte een minstens even groot aantal Indiërs op even grote tribunes zitten. Zo dicht bij elkaar, maar toch afgescheiden door een enorm hek. Aan beide kanten van de grens viert ieder zijn eigen feest, met veel muziek, waarbij het vaderland wordt bezongen: Pakistan zindabat! Zindabat Pakistan! Dit gaat ongeveer 1,5 uur door. Ook wij zitten braaf met Pakistaanse vlaggetjes te zwaaien.

Pakistan, zindabat!
Dan begint de ceremonie waar het om gaat. Er volgt een lang en moeilijk te duiden ritueel met veel marcherende militairen. Het ritueel straalt trots voor het eigen land uit, maar ook agressie richting het buurland. Maar opeens krijgt het verhaal een wending: een militair loopt naar het hek bij de grens. Het hek gaat open. Aan de andere kant blijkt een Indiase militair te staan. Kort schudden zij elkaar de hand. Het hek gaat weer dicht. Dus blijkbaar is er toch ook wederzijdse erkenning tussen beide landen. Tergend langzaam worden vlaggen van beide landen gestreken. Ze lijken te strijden met elkaar, alsof de ene vlag de andere wil neerhalen. Uiteindelijk gaan ze exact gelijk naar beneden. Al met al is het een bijzondere en bijna onwerkelijke ceremonie: een gebeurtenis die je inderdaad der rest van je leven bijblijft. Stel je voor dat wij in Nederland dit bij de grensovergang bij Hazeldonk zouden doen, twee keer per dag – bij zonsopgang en bij zonsondergang – zeven dagen per week, met aan de ene zijde duizenden Belgen en aan de andere kant duizenden Nederlanders… Na afloop wil iedereen met ons op de foto. Dat is het moment dat we beseffen: de grootste attractie in Pakistan, dat zijn wij zelf.

wat een bekijks
Zondagmorgen. We wachten buiten na het ontbijt op straat op het PSTA busje. Er wordt cricket gespeeld op straat. Een betonnen paal dient als wicket. Aan de overkant probeert iemand een geit aan z’n oor mee te slepen. Eind van de week is het offerfeest. Ieder gezin – dat het zich kan veroorloven – heeft een geit, schaap of een koe aangeschaft en een jaar lang verzorgd. Binnenkort zal de heer des huizes het dier slachten. Hun bloed zal rijkelijk vloeien in de straten van Lahore. We horen het geluid van kraaien: een vertrouwd geluid in de stad, wat je altijd en overal hoort, als ze tenminste boven het geluid van het toeterende verkeer uitkomen. De kraaien doen zich tegoed aan wat de mensen zoal achterlaten op de straten van de stad. En dat is veel. We zien geen vuilnisbakken op straat tijdens ons verblijf in Pakistan.De PSTA bus arriveert. We gaan naar een Anglicaanse kerkdienst. Tijdens de dienst worden we met applaus begroet. De predikant is zo vriendelijk om zo’n beetje de hele preek ook in het Engels te vertalen.

thee na de dienst
Na de dienst bezoeken we de belangrijkste toeristische attractie van de stad, het oude Mogul fort. Het is een enorm bouwwerk. De gids legt uit dat er twee paleizen gebouwd zijn door twee opvolgende vorsten. Op de vraag waarom de opvolger van de oude vorst een heel nieuw paleis liet bouwen is het logische antwoord: ‘because he was the new king’. Een nieuwe koning heeft recht op een nieuw paleis. Daar deden ze niet moeilijk over in de Mogul tijd. Ook hier hebben onze vrienden van PSTA geregeld dat we op plaatsen in het fort komen waar de gewone toeristen niet mogen komen. We mogen lopen door een prachtige zaal bedekt met kleine spiegelsteentjes. ’s Avonds hield de vorst hier zijn ‘diner by candlelight’. Je had dan het idee dat je onder de sterrenhemel at. Als je je ogen dichtknijpt krijg je een indruk hoe dat geweest moet zijn: schitterend.

schitterende gang in het Mogul fort
Projectbezoek, door Karin Kreijkes

Na het weekend in Lahore, staat op maandag het bezoek aan het project op ons programma.
Samen met de mannen van PSTA, de partnerorganisatie, vertrekken we richting de stad Gujranwala, zo’n 1,5 uur rijden vanaf Lahore. Hier begint het projectgebied.


We zijn in de gelegenheid om 2 van de 10 schooltjes te bezoeken, die door Diwa in dit gebied financieel gesteund worden. In de klaslokaaltjes, die klein zijn, zo’n 20m2, krijgen zo’n 50 kinderen van verschillende leeftijden tegelijk les. Zij zitten met z’n 5-en op een bankje, dicht tegen elkaar, zowel jongens als meisjes.
In de eerste klas die we bezoeken, zijn er 2 jonge leraressen die de lessen geven. De leraressen vinden het erg leuk met ons te praten, zij zijn erg trots om iets van hun werk te laten zien. De kinderen hebben nette uniformpjes aan en zij hebben allemaal een eigen schriftje waaruit ze werken. Ze leren rekenen, lezen en schrijven.


De kinderen vinden het heel spannend dat wij er zijn, ze kijken heel erg serieus en er is niemand die voor zijn beurt praat. We vragen of de kinderen een liedje voor ons kunnen zingen. Eén jongetje staat dapper op en zingt in het Urdu voor ons een liedje. Zijn vriendjes achter hem gniffelen. Dan zingt er een meisje voor ons een lied. Als ze klaar is komen de tranen, zo spannend vindt ze het. We zeggen dat we het heel mooi vonden en geven haar als eerste een cadeautje.


Alle kinderen krijgen van ons een kleinigheidje, een leuke pen, een schrijfblokje, een velletje stickers. Vooral de lolly’s die zijn meegenomen door Jan, een van de reisgenoten, zijn erg populair.
Voordat we de schooltjes verlaten, leert Diny, een van de reisgenoten, de kinderen een Engels lied: read your Bible, pray every day.  Ze doen allemaal goed mee, al begrijpen ze niet alles. Als Diny zegt, zing mij maar na, zingen zij: zing mij maar na!


De schooltjes staan op het terrein van de steenfabrieken. Zo is de drempel voor de kinderen om naar school te komen zo minimaal mogelijk gemaakt. Haroon, de project coördinator van PSTA, legt uit dat de grootste uitdaging is, de ouders over te halen hun kinderen naar school te sturen. Zij zien er namelijk niet altijd het nut en de noodzaak van in om hun kinderen naar school te laten gaan; in dezelfde tijd kunnen zij namelijk ook mee helpen en geld verdienen. Vooral als de kinderen naar hogere groepen gaan, zie je dat er een behoorlijke uitval (drop out) van kinderen is. Dat is jammer, daar is zeker nog wat te winnen.


Op het terrein van de steenfabriek zijn de ouders van de kinderen. Ook lopen er kinderen rond die (nog ) niet naar school gaan. Het maken van de stenen is een zwaar werk. Jaco en Karin proberen allebei een handje te helpen, door een mooie steen te maken, maar beiden worden door de steenbakster afgekeurd. De vorm is niet goed gelukt. Zelf gaat ze daarna verder, steen na steen, steen na steen.


We nemen ook even een kijkje bij de steenfabriek zelf. Op een heuvel staat een rokende schoorsteen en onder/in de heuvel worden de stenen gebakken. Een paar mannen gooien steeds opnieuw kolen op het vuur, door de gaten in de grond. De grond is warm en er komt veel rook vrij bij dit werk. Het werk ziet er erg ongezond uit.


De mannen van PSTA die bij ons zijn, hebben hart voor de kinderen en hun ouders. In onze gesprekken en in hoe zij met de kinderen omgaan merken wij dat. Zij geven hun energie en tijd voor deze kinderen.
We vinden het bijzonder dat we de schooltjes en het werk bij de steenfabrieken nu van dichtbij hebben gezien. We praten nog na over de kinderen, hoe serieus zij met het schoolwerk bezig zijn en hoe blij ze zijn met een klein cadeautje. We hebben veel geleerd bij dit bezoek. We hebben ook gezien dat er veel kinderen zijn, die nog niet naar school gaan. Het werk voor de steenbakkindertjes is en blijft een belangrijk en noodzakelijk werk.

Bezoek aan de familie van Shahlla

Na het projectbezoek, zijn we welkom bij de ouders van Shahlla. Meer dan welkom, zogezegd. Het is een leuke ontmoeting, hier in Pakistan (Jaco en Karin hebben de ouders ook in Nederland al ontmoet). Hier zien we wat Pakistaanse gastvrijheid in kan houden. Op het dak van het huis, is een feest voor ons voorbereid. Mooie rode vloerbedekking is neergelegd, doeken ter overdekking, mooie tafels en stoelen en een heel buffet.



Het is heerlijk om hier even bij te komen en wat uit te rusten. We blijven hier ook voor een korte nachtrust, want om 2u ’s nachts worden we opgehaald door de mannen van PSTA, zij gaan met ons mee op onze trip naar de Himalaya.
Onze PSTA-bodyguards
Natuur

De rest van de week zien we een heel ander deel van Pakistan. We zijn in de bergen. We komen in de dorpjes Shogran en Naran in de Kaghan vallei, aan de voet van de Himalaya. Het is hier heel mooi. De vallei kenmerkt zich door diepe, door rivieren uitgesneden dalen. Er ligt sneeuw en dat maakt het uitzicht soms adembenemend. Vooral bij het IJsmeer, Saif ulMalook,  is het schitterend. De plek is ook zeer fotogeniek! Ook de tocht met de jeeps er naar toe is een belevenis.





Het Diwabestuur op pad
We werden op onze tocht richting de Himalaya door de veiligheidssituatie belemmerd, waardoor we niet alles konden doen wat we ons hadden voorgenomen. Aan de andere kant hebben we ook heel veel wél kunnen doen. Pakistan nodigt uit, om verder te ontdekken! Het is triest dat het land niet veilig is en dat het zo onrustig is. Moorden en kidnapping is voor de Pakistanen een realiteit. Zij hebben met deze situatie te dealen en wij gaan weer naar huis. Laten we bidden voor vrede in dit land, waar wij zo gastvrij zijn onthaald!

Na een gezellige laatste avond op het kantoor van PSTA, waarbij we elkaar toezingen en cadeautjes uitwisselen, brengen de mannen ons naar de luchthaven. We zwaaien tot we elkaar niet meer kunnen zien. We hebben een fijne tijd gehad en echt het gevoel dat we vrienden zijn geworden.

van links naar rechts:
 1e rij: Diny Konijn, Margreet Oberink, Karin Kreijkes, Joanne Koutstaal, Anneke Roosink;
2e rij: Douwe Steenstra, Jaco Groenewoud, Jan de Schipper


.. met dank aan Anneke Roosink voor de foto's!
.. om de complete nieuwsbrief van Stichting Diwa te lezen, zie www.stichtingdiwa.nl; je kunt je ook aanmelden om de nieuwsbrief in je mailbox te ontvangen.

donderdag 20 september 2012

DOWNUNDER, een blog over een lange reis

Deze zomer ben ik DOWNUNDER geweest. Een 5-weekse Avantareis naar de andere kant van de wereld. Om precies te zijn, naar Australië en Nieuw Zeeland, van 16 juli - 18 augustus 2012.

Australië, het land van de Aussies en van de Aboriginals. Van de Harbour Bridge en het Operagebouw in Sydney, van Uluru, de prachtige rode rots uit de Dreamtime van de Aboriginals, de Outback en de ruige kusten, de natuurparken en van heel veel meer.






Nieuw Zeeland, het land met die mooie, aan Nederland denkende naam. Net als Australië, een land van immigranten, maar ook met een zelfbewuste Maori bevolking. Niet te vergelijken veel kleiner dan Australië, maar met 2 eilanden en een spectaculair, afwisselend landschap.


Downunder

De andere kant van de wereld, downunder, weer een reisdimensie die ik nog niet kende. Waaraan merk je nu dat je aan de andere kant van de wereld zit?

Het seizoen: in Australië en in Nieuw Zeeland is het winter. Hoewel we dit wel wisten, waren we daar toch niet heel goed op voorbereid. Vooral in Australië waren de eerste week de temperaturen ’s nachts erg laag. Minus 8 was ons minimum en ik kan vertellen dat dat best koud is als je in een tent ligt. De eerste week waren we dan ook nogal bezig met het aanvullen van de inhoud van onze rugzak. Bijna iedereen kocht wel een extra slaapzak, of extra (thermo) ondergoed. In Nieuw Zeeland was het tegen onze verwachting in, minder koud. Het regende wel regelmatig, dat was onder andere ook de reden dat het minder koud was. Door de regen hebben we veel contact gehad met de bevolking (zie het kopje gastvrijheid). Dat het winter is, betekent ook dat het om 6 uur ’s avonds al pikdonker is. Om de dag goed te benutten, stonden we daarom elke ochtend om half 6 op. Hulde aan de groep, die zich hier naar voegde! We konden zo om half 7/7uur gaan rijden, afhankelijk van of we al ontbeten hadden, of dit onderweg nog gingen doen.


Het tijdsverschil: het tijdsverschil is met Australië 7 of 8 uur, afhankelijk van in welke staat je bent en met Nieuw Zeeland 10 uur. Het was dus altijd rekening houden met de dagen en de nachten hier en daar, hoe laat kun je bellen en hoe laat kun je sms-en en sms-jes terug verwachten? In Australië was het het makkelijkst om +4 te nemen en dan PM = AM. In Nieuw Zeeland +2 en PM = AM. Mijn grootste tijdsverschil had ik met Willian Overbeeke, mijn vriendin die een reis leidde in Canada. Ons tijdsverschil was 20 uur! Als ik bijvoorbeeld aan Willian wilde sms-en, en zit je reis er bijna op? Dan moest ik eigenlijk een dag wachten met het versturen van dat smsje, anders zou ze het te vroeg ontvangen om al met ja te kunnen antwoorden. Ook feliciteerde ik mijn neefje Tom op 6 augustus, terwijl mijn zus Annelies voor haar op 5 augustus, nog taarten aan het bakken was. En toen ik zelf jarig was op 19 juli, moest ik een hele dag wachten voor ik door de eerste persoon uit Nederland gefeliciteerd werd ;-(. Enfin, voorbeelden te over! Maar je realiseert je extra, dat de tijdszones door mensen zijn ingesteld. Het opgaan en ondergaan van de zon is iets wat steeds terug komt, maar waarom is het in Oceanie later dan in Nederland??

 Het thuisfront: last but not least, het thuisfront leeft wat meer mee dan normaal gesproken gebruikelijk is. Geen bericht/goed bericht, functioneert niet helemaal meer bij deze afstand en ook is de nieuwsgierigheid naar waar je verkeert en wat je beleeft wat groter. Dezelfde nieuwsgierigheid natuurlijk die ons in dit verre oord bracht. Dit verre oord trekt al jaren mensen van heinde en ver. Gelukszoekers. Maar niet allemaal…


De fatale kust

Als je het nog niet weet, dan is het echt gaaf iets meer te weten over de geschiedenis/ de kolonisatie van Australië. De eersten die aan land gezet werden in Australië, waren geen mensen met een retourticket. Vanaf 1780 zijn er door de Engelse kroon 160.000 mensen tegen hun zin, gedeporteerd naar Australië. Tot die tijd was het land bevolkt door wat later genoemd zijn, de Aboriginals. Er zijn wel eerder Europeanen aan land geweest, ook Nederlanders, maar degenen die echt een plan met Australië hadden, waren de Engelsen. Eind 18e eeuw puilden de gevangenissen uit in Engeland. De enorme bevolkingsgroei en de daarmee gepaard gaande armoede brachten grote problemen mee, onder andere vervaagde de grens tussen het dijn en het zijn en om dit alles in de hand te houden, stonden er op diefstal zware straffen. Door het stelen van een brood belandde je bijvoorbeeld in de gevangenis. Eigenlijk had je de doodstraf verdiend, maar om deze uit te voeren, dat ging de regering toch wat ver en daarom zocht zij naar een andere oplossing. Omdat de Engelsen ook graag de macht over de zee hadden, dachten zij door de kolonisatie de zeeën rond dit continent te beheersen en ook dachten zij dat dit land wel eens profijtelijk zou kunnen zijn voor de handel. Het was dan ook de bedoeling dat de gedeporteerde gevangenen dit land zouden opbouwen. Met veel verschillende bekwaamheden en verschillende leeftijdsgroepen, zonder motivatie en met honger, was het een zootje ongeregeld, ongeveer op de plek waar nu Sydney ligt. Als je hier meer over wilt weten, lees dan het prachtige boek: de fatale kust, van Robert Hughes.
In het land zie je een leuke mix van cultureel erfgoed van de Aboriginals en de immigranten. Veel woorden, zoals plaatsnamen, hebben 2 benamingen. En andere woorden zijn weer verbastering van Aboriginal -en de nieuwe taal.

Kangoeroe

Ik versta je niet, dat schijnt de oorspronkelijke betekenis van het woord kangoeroe te zijn, uitgesproken door een Aboriginal, toen kapitein James Cook in 1770 aan hem vroeg, welk dier hij zag en dat hij totaal niet herkende of ergens mee kon vergelijken. Dat laatste was ook mijn ervaring toen ik de eerste kangoeroe zag. We waren natuurlijk al een paar dagen op zoek naar de eerste kangoeroe, toen ik ineens in mijn ooghoek iets onbekends zag. Ik wist zeker dat ik het nog nooit eerder had gezien en dat het geen hert, ree was of iets dergelijks, terwijl het wel die kleur en ongeveer dat formaat had. En ja hoor, de eerste kangoeroes vanuit de verte. Heel bijzonder natuurlijk! Gelijk werden de eerste foto’s van deze springers gemaakt. We waren helemaal opgetogen!


Direct daarna vertoonde zich er ineens een aan ons in vol ornaat. Zie de foto hierboven. Hij/zij ging er echt voor staan, heel vriendelijk natuurlijk! Daarna hebben we er nog heel veel gezien, en elke keer was het toch weer opmerkelijk. In het donker liepen ze ook op de weg, helaas kon ik een keer een kangoeroe niet ontwijken. We zagen ook een keer een heel ander soort, klein en donker, maar die konden we niet op de foto krijgen.

Route door Australië


De eerste week hebben we gereden van Sydney naar Grafton, door het binnenland, richting het Noorden.


Onderweg bezochten wij het fantastische park “the Blue Mountains”, en ook andere mooie parken, met tropische regenwouden. We merkten dat Australië eigenlijk een aaneenrijging van natuurparken is.


Tijdens het weekend waren we bij de zeer gastvrije familie Wallis in Grafton, oftewel: Johanna en Keith, met dochter en kleinzoon Aleida en Brandon en met pleegzoon Abraham. Een heel bijzondere familie, met veel verhalen. Johanna praatte honderduit. Johanna is als kind geëmigreerd naar Australië, met haar ouders, vlak na Wereldoorlog II, omdat in Nederland alles kapot was, ook de winkel van haar vader. De overheid subsidieerde destijds emigraties als deze. Zij kwamen terecht in het Westen van Australië, maar omdat zij zich thuis voelden in de Free Presbyterian Church of Scotland in Grafton, besloten zij om zich aan de Oostkust te vestigen. Hier wonen zij inmiddels al weer heel lang en hier zijn hun kinderen en pleegkinderen opgegroeid. Abraham, die wij ontmoetten, is een zoon van een pleegdochter van Johanna en Keith; een Aboriginal meisje, dat van de één op de andere dag haar pleegouders verliet, om te gaan wonen bij haar volksgenoten, met wie zij zoveel verwantschap voelde. De gastvrijheid bij deze familie was enorm.



Na het weekend in Grafton, reisden we terug langs de kust naar Sydney, waar we onze bus inwisselden voor 2 auto’s en waar we gelukkig, na een week, de tas van Leanne konden ophalen. Na een nachtje luchthaven, vertrokken we de volgende dag richting Broken Hill, volgens de reisgidsen het begin van de Outback. In Broken Hill konden we gelukkig Nico oppikken, die een week later zou komen, en vanwege een vertraging ons met een binnenlandse vlucht was nagevlogen. Bij het vliegveldje in Broken Hill, bezochten wij de hangar en de expositie van de Flying Doctors, erg leuk om te zien!
Boven Broken Hill ligt een ontzettend leuk mijnwerkersstadje, Silverton. Een stadje dat ook ontdekt is door de filmwereld, of daarom zo leuk is, dat kan ook natuurlijk. We maakten hier een prachtige wandeling in het ochtendzonlicht.



Daarna is het tijd voor de echte Outback, we gaan de Flinders Ranges in. Een prachtig natuurgebied, met veel kangoeroes, vlinders, vogels, prachtige bergen, kortom een schitterend landschap.


We trekken nog verder het binnenland in, en zijn het weekend in Marree, een plaatsje midden in de Outback, aan de Oodnadattatrack, een van de beroemde tracks in Australië. We zetten onze tenten op bij een leuke pub, waar de plaatselijke bevolking en een enkele reiziger, hun maaltje verorberen. In Marree wonen volgens de Lonely Planet 5 mensen en 2 ezels. Dat klopt niet helemaal, maar geeft wel aan hoe weinig mensen hier wonen. Vroeger was het plaatsje bereikbaar per trein, toen was het nog een levendige handelsplaats. Maar sinds de Oodnadattatrack is aangeled, is het belang van Marree afgenomen. Er staat in het plaatsje nog een restant van een oude trein. Wat een rustig weekend hebben we hier! We ontdekken hier ook hoe we met weinig middelen heerlijk kunnen barbecuen! De bbq-trend is gezet!




Maandag vroeg in de morgen, rijden we over de Oodnadattatrack via William Creek naar Coober Pedy. In William Creek kost de brandstof $2,30 per liter, kun je nagaan hoe afgelegen we hier zitten.


Coober Pedy is voor ons het eindpunt van de reis de Outback in. Een zwerm wit-rode vogels neemt afscheid van ons:


Het is tijd om weer naar het zuiden af te zakken. Via Adelaide bereiken we de zuidkust. We verheugen ons op de Great Ocean Road!
De afstanden zijn lang en de dagen zijn kort in Australië… we komen net op tijd aan bij de Twelve Apostles, om bij het prachtige licht van de ondergaande zon, deze rotsblokken die zo majestueus uit de oceaan verrijzen te zien en uitgebreid te fotograferen. Ook inspireert al dit moois tot uitgebreide fotosessies van onszelf..


We hebben nog één dag om te genieten van de prachtige zuidkust en dan is het tijd om weer richting Sydney te gaan. We rijden via Melbourne omhoog en leggen zo een grote afstand ineens af. We kamperen nog een laatste nachtje met z’n allen en dan is het de volgende dag tijd om de auto’s weer leeg te halen, de spulletjes uit te zoeken en te verdelen, zodat iedereen ook zijn verloren geachte spulletjes weer in bezit heeft.  


En dan is daar: the end of the first part of the trip! We moeten afscheid nemen.. Vier mensen gaan naar huis, met vijf gaan we door. We gaan nog verder van huis..

Route door Nieuw Zeeland

Het is nog 3 uur vliegen naar Christchurch en het tijdsverschil neemt met 2 uur toe.

We zullen een paar dagen op het Zuidereiland rondtrekken en daarna anderhalve week op het Noordereiland. Het weekend brengen we door in Hanmer Springs, in een hostel dat we hebben kunnen boeken via Tristan, een Nederlandse jongen en een kennis van Arjo onze reisgenoot. Deze nacht is het erg koud, de volgende dag zien we dat doordat er een dikke laag ijs op de ramen van onze auto’s zit. Gelukkig sliepen wij hoog en droog. Hanmer Springs is een ontzettend leuk plaatsje in de bergen, het is een wintersportplaatsje, we bevinden ons dan ook ineens in een wintersportsfeer. Gek, in onze zomervakantie en wij zonder ski’s ;).


We hebben een lekker rustige zondag, we bezoeken een plaatselijke kerk en gaan ’s avonds op bezoek bij Tristan en Yoko. Tristan geeft ons nog tips over wat we op het Noordereiland kunnen doen.
's Maandags passeren we het mooiste bos dat ik ooit in mijn leven heb gezien. Sprookjesachtig, mysterieus!




Op woensdag gaan we met de ferry van Picton naar Wellington. De eerste trip die we op het Noordereiland maken, is die naar Cape Pallisser. Wat is het hier ontzettend mooi. Het weer zit niet meer, of juist wel: het regent en waait, maar wat geeft dat een mooi, ruig beeld van deze verlaten kust. De weg is prachtig en verlaten en op het uiterste puntje belanden we bij een zeerobbenkolonie die hier zijn thuisbasis heeft. Het is een prachtig gezicht om deze robben van zo dichtbij te zien .We beklimmen ook nog de vuurtoren en maken een wandeling. Een hoogtepunt, deze dag!



Omdat het regelmatig regent in Nieuw Zeeland, waardoor het helemaal niet koud is!, hebben we moeite om ’s avonds een droog plekje te vinden voor onze tent. Dit nadeel heeft weer een voordeel…

Gastvrijheid

We hebben veel gastvrijheid genoten. Als het namelijk te nat was om de tenten ergens neer te zetten, vroegen we bij mensen of zij voor ons een droog plekje hadden. Dat betekende dat we 4 keer bij mensen thuis hebben geslapen. De gastvrijheid was ongelofelijk. Vooral de eerste keer dat je deze gastvrijheid meemaakt, heb je daar geen woorden voor, zo verrassend en overweldigend is het.

We sliepen een keer bij  een boerenechtpaar, waar we gebruik mochten maken van de woonkamer, de douche, de keuken, met koffie, thee en koek. Voor Trudy en Petra was er zelfs een bed! 


We sliepen een keer bij een echtpaar met een dochter, waar we gebruik mochten maken van de bbq, zodat we onze mosselen konden koken in ons pannetje, in witte wijn en met knoflook;).
We sliepen bij de familie Evers in Masterton, die we overvielen door rond etenstijd te komen, maar toch was er een uurtje later een lekkere maaltijd voor ons, mochten we ’s avonds mee naar een muzikale avond en konden we in de woonkamer slapen. Leuk al die slaap-herinneringen! En dat dankzij al die vriendelijke mensen!



Het is nu ook de hoogste tijd voor een foto van de slaapplaats en de keuken zoals we het grootste deel van de reis meemaakten, heerlijk, onder veel sterren!



We passeren Carterton en omdat deze plaats in Nederland bekend is door de vele Nederlanders die hier wonen en de kerk van de gereformeerde gemeente die hier staat, willen we op zoek en kijken wie en wat we aantreffen. Specifiek hebben we gehoord dat een familie Evers hier woont, kennissen van Ies Goedbloed van Avanta. We denken via de kerk een aanknopingspunt te hebben om deze familie op te speuren. We vinden de kerk niet direct, maar vragen een wandelaar of zij meer weet. Zij weet wel dat er een christelijke school is, twee straten verderop, waar Nederlanders naar toe gaan. Daar aangekomen zien we gelijk dat we goed zitten. Bijvoorbeeld door de reformatorische kledingstijl van de mensen en we kunnen hen in het Nederlands aanspreken. De kerk blijkt naast de school te staan en mevrouw Evers blijkt juf op deze school te zijn. We gaan een rondleiding van Martin Schot, die een oud-leerling van mijn blijkt te zijn uit mijn Guido-tijd en we krijgen het adres van familie Evers in Masterton. Een bijzondere dag!

We trekken verder richting het Noorden, via het vulkanische gebied. Drie grote vulkanen op een rij kenmerken het landschap. De derde in de rij is de Tongariro, in het nieuws vanwege de recente vulkanische activiteiten. Buitengewoon, omdat het wel 150 jaar geleden is dat deze vulkaan actief is geweest. Een buitenkans voor ons dus om hier foto’s van te nemen. We maken ook een mooie wandeling met zicht op de vulkanen.



We bezoeken ook een bijzonder mooi park in deze omgeving, Waiotapu, een geothermisch gebied, met allerlei kleuren zwavelmeren. Het betekent “heilig water” en was voor de Maori’s altijd een bijzondere plaats.




 

Bij dit park is ook een actieve geiser. Alhoewel, een geiser die geactiveerd kan worden. Met een zakje zeep spuit deze geiser inderdaad precies om 10.15u zoals in de folder staat. Dit is geen Strokkur (IJsland)! Maar het park is bijzonder mooi. De hele omgeving ook. Het park is nabij Rotorua, waar de dampen overal uit de grond komen. De aarde leeft hier.


We genieten van de hotpools, dichtbij Rotorua. Het weekend verblijven we op een camping in Rotorua, waar we de tweede nacht in een lodge mogen slapen, omdat we bijna zijn weggestroomd de eerste nacht, zoveel regen!

Voor mij het mooiste deel van de reis over het Noordereiland is het schiereiland Coromandel. Wat een prachtig stuk natuur. Wat een prachtige kusten en wat een mooie, verlaten gravelweg langs de kust omhoog. We worden ook wel bijzonder getrakteerd als we op het alleronverwachts langs de weg, in een baai, een groep van wel 20 dolfijnen zien. Wel een uur lang vermaken zij ons met hun kunstjes. De adrenaline giert door je lijf als je dit ziet!


’s Nachts hebben we zo’n mooie kampeerplek dicht bij het strand. We maken hier een nachtelijke strandwandeling en ook vroeg in de ochtend zijn we weer op het strand te vinden. Dit is een pareltje, volgens de LP een onontdekt pareltje. Dat lijkt tegenstrijdig als het in de LP staat, maar we zijn hier werkelijk helemaal alleen. En wat een sterren zijn er ’s nachts en wat een mooi wit strand zien we de volgende dag. Ook zijn er prachtige schelpen te vinden en genieten we van de golven en de kustlijn.



De volgende dag hebben we een geweldige kampeerplek op het uiterste puntje van het eiland. Hier maken we ook een mooie wandeling. Doordat het winter is, zijn er nagenoeg geen toeristen. Ook hier zijn we weer de enigen, dat is een groot voordeel van dit jaargetijde!


We moeten nu weer richting Auckland, voor de terugreis, die dan toch echt steeds dichterbij komt. We kiezen ervoor de mooie route terug te nemen, als we de Coromandel verlaten. Dat wil zeggen door een tropisch gebied, met een gravelweg. We krijgen geen spijt van deze tocht.


De laatste dag besteden we op een klein schiereilandje boven Auckland. Er is hier een vogelgebied, waar steeds meer bijzondere vogelsoorten worden uitgezet en beschermd. O.a. de kiwi! We hopen echt dat we een kiwi zullen zien, maar dat gebeurt helaas niet. Deze vogels zijn schuw en als je ze al ziet, dan is het in het donker. Deze vogel blijft dus voor ons een geheim. We hebben een stuk van Nieuw Zeeland ontdekt, maar het land herbergt nog veel geheimen voor ons, o.a. de mysterieuze kiwi!


Na een reis die in totaal 24 vlieguren, 12 overstapuren en 3 treinuren duurt, ben ik weer thuis.
The end of a long, unforgettable journey!

Met dank aan mijn reisgenoten voor de prachtige foto's die ik kreeg en voor hun leuke reisgezelschap: Jan Anker, Trudy Dokter, Nico Haase, Leanne Kok, Arjo van der Steen, Henk Geert Stegemann, Irma Verduijn en Petra van Wijk.


NEXT


Wat is je volgende reis? vragen mensen vaak....

Vandaag ga ik naar de Pakistaanse ambassade om te voldoen aan de laatste formaliteiten om ons visum te krijgen voor de geplande reis in de herfstvakantie. Het is een Avantareis, waarbij we ook het project hopen te gaan bezoeken, waar stichting Diwa in Nederland geld voor inzamelt. De groep bestaat momenteel uit 8 mensen, dat is een leuk aantal. 

Hoe het ging vandaag....

Na 3 uur wachten in de Pakistaanse ambassade mochten we eindelijk betalen voor de visa, gelukkig was ik niet alleen, maar was ook Caroline de Bruin erbij. Het is een komen en gaan, van en naar het loket. Iedereen wordt standaard -tig keer teruggestuurd met nieuwe opdrachtjes. Of je nu uit Limburg komt, of al vier uur gewacht hebt met 2 kleine kinderen, Pakistaanse democratie is dat iedereen gelijk behandeld wordt. Een voorbeeldje, de mevrouw die met 2 kleine kinderen 4 uur had gewacht, moest terug naar huis, om een bewijs te halen, dat haar schoonmoeder in Pakistan, die ziek is, echt haar schoonmoeder is. Zij woont zelf in Beverwijk. Ik blij dat ik in Rotterdam woon! Gelukkig kan ik de visa volgende week ophalen. Voor de zekerheid wel even bellen van te voren, je weet maar nooit of de ambassade niet ineens een dagje dicht is.