donderdag 13 december 2012

Pakistan, zindabat! Lang leve Pakistan!

Het verslag hieronder is overgenomen uit de nieuwsbrief van Stichting Diwa. Een bezoek aan Pakistan is een bijzondere ervaring. De aanleiding om naar Pakistan te gaan, was om het project te bezoeken, dat stichting Diwa ~ waar ik bestuurslid van ben ~ steunt. Tegelijk was de reis ook een Avantareis, wat bewijst dat je met Avanta echt op plaatsen komt, waar je anders niet komt. In 2011 hebben de reizigers van Avanta voor het Diwaproject geld ingezameld.


Met 7 enthousiaste deelnemers heb ik een week door Pakistan getrokken. Aan de reis ging veel geregel vooraf. Vooral de Pakistaanse ambassade gaf ons aardig wat frustraties. Gelukkig konden we uiteindelijk met de 8 visa in onze paspoorten op stap. De reis duurde van 19 oktober - 27 oktober 2012. 


Ik vond het zelf mijn spannendste reis tot nu toe. Niet omdat wij nou zoveel spannends meemaakten, maar omdat wij zelf de situatie niet goed konden inschatten en wij voortdurend door onze Pakistaanse begeleiders op allerlei mogelijk gevaar werden gewezen. Enerzijds terecht, want de reis die wij ons hadden voorgenomen, ging langs een route waar recent door terroristen veel mensen zijn gedood vanwege hun shi'iet of soenniet zijn, anderzijds ook voor ons gevoel heel overdreven; op een schommel, op een paard, in een boot, alles is dangerous! Don't do it, it is dangerous! 
Onze conclusie was, dat wij in Nederland geneigd zijn te zeggen dat je geen onverantwoorde risico's moet nemen en dat Pakistanen zeggen dat je geen enkel risico moet nemen. Een interessant verschil, wat wellicht voortkomt uit de veiligheid die wij gewend zijn. 

Dat het gevaar van een onverwachte kant kan komen, bleek toen wij hadden besloten om op een andere plek de bergen in te gaan dan oorspronkelijk ons plan was. Eén van de deelnemers maakte, op deze ''veilige route'' onwetend foto's in de buurt van een militair complex. Dit leverde een waarschuwingsschot en een fikse waarschuwing op. De bewuste foto was overigens wel erg geslaagd.

Jihad, an obligation; ook dit is Pakistan
Onze Pakistaanse reisgenoten hebben zogezegd ook de reis van hun leven gehad. Het bleek dat zij zelf de mooie plekken in hun eigen land nog nooit hadden bezocht. Ook waren zij erg onder de indruk van onze vitaliteit. ''Deze mensen worden nooit moe'', belden zij door aan Shahlla, ons Pakistaanse Diwa-bestuurslid, die in Nederland met ons meeleefde. Ze zijn zelf nl. niet gewend om te gaan lopen, als je ook met een auto kunt. Positief was ook, dat zij vonden dat wij niet onbeleefd of onbeschoft waren, een beeld dat zij van westerlingen hadden.. 

beschaafde westerlingen

Lahore, door Jaco Groenewoud

Pakistan is anders. Dat merken we gelijk als we zaterdagochtend vroeg aankomen op het vliegveld van Lahore. Het krioelt van de mensen in de aankomsthal, terwijl de tassen ergens verstopt op een hoop liggen. Gelukkig hebben ze daarvoor op het vliegveld mensen die je graag willen helpen je tas te vinden. Dit blijken later echter geen medewerkers van de luchthaven te zijn, maar een zzp’ers, die daar 10 dollar voor vragen. Gelukkig is de prijs onderhandelbaar. Belangrijke les: als je in Pakistan gebruik maak van iemands diensten, spreek van tevoren een prijs af. Nog beter: laat een lokale Pakistani de onderhandelingen voor je doen.

Voordat we kunnen bedenken waar we naar moeten, loopt iemand met uitgestoken hand op ons af en stelt zich voor. Het is Haroon, managing director van PSTA, de partnerorganisatie die projecten voor Diwa uitvoert. De PSTA bus staat voor de deur van de aankomsthal geparkeerd. We kunnen gelijk instappen.
Onderweg naar de eerste bestemming kijken we onze ogen uit. De levendigheid van het straatbeeld is moeilijk in woorden te vatten. Overal rijden mensen in auto’s, riskja’s, brommers, of zelfs met paard en wagen. Nooit geweten dat je met 2 volwassenen en 4 kinderen op één brommer past; 2 volwassenen, 2 kinderen en 1 schaap (overdwars) kan ook. De belangrijkste verkeersregel is dat je ‘zo ongeveer’ links moet rijden, maximaal met 2 voertuigen meer naast elkaar dan er rijbanen zijn. Daarnaast is een goed werkende claxon even belangrijk om vooruit te komen als je gaspedaal. We komen schadevrij aan in het hoofdkwartier van PSTA.

drukte alom

We maken kennis met elkaar. Daarna krijgen we een presentatie te zien over het werk van PSTA. De Diwa projecten zijn maar een klein deel van hun werk. In totaal verzorgt PSTA voor bijna 10.000 kinderen onderwijs. Diwa sponsort 10 scholen, waar 500 kinderen les krijgen.

Na de presentatie halen een uurtje nachtrust in. Rond de middag nuttigen we een stevige warme lunch. Eten is belangrijk in de Pakistaanse cultuur. Overal waar je komt krijg je eten aangeboden, en dan niet een koekje bij de koffie, maar een  complete maaltijd.

’s Middags begint het culturele deel van de reis. We bezoeken in Lahore een tuin uit de Mogultijd. De Mogul dynastieën regeerden van de 16e tot halverwege de 19e eeuw over een gebied wat zicht uitstrekte over India, Pakistan en Afghanistan. De Taj Mahal in India is ook een bekend gebouw van de Mogul cultuur. Wij kregen een rondleiding in een prachtige symmetrisch opgebouwde tuin met rijk versierde gebouwen en enorme vijvers. De tuin was ommuurd en deze dag afgesloten voor het gewone publiek, maar onze begeleiders van PSTA hadden op de een of andere manier geregeld dat we de tuin toch konden bezoeken. We voelden ons VIP’s: een gevoel wat we wel vaker zouden hebben deze reis.

bij de Indiase grens
Tegen de avond reizen we richting de Indiase grens. We gaan naar een event waarvan een van de begeleiders van PSTA zegt:”this will be something you won’t forget the rest of your life”. We lopen door een poort een soort halfopen stadion in met aan beide zijden van de weg een tribune: één voor de mannen en één voor de vrouwen. Wij mogen gemengd zitten, op een speciale tribune vlak aan de weg. We zitten samen met nog zo’n 10 000 Pakistani bij een grensovergang met India. Als je over het hek naar de andere kant kijkt zie je in de verte een minstens even groot aantal Indiërs op even grote tribunes zitten. Zo dicht bij elkaar, maar toch afgescheiden door een enorm hek. Aan beide kanten van de grens viert ieder zijn eigen feest, met veel muziek, waarbij het vaderland wordt bezongen: Pakistan zindabat! Zindabat Pakistan! Dit gaat ongeveer 1,5 uur door. Ook wij zitten braaf met Pakistaanse vlaggetjes te zwaaien.

Pakistan, zindabat!
Dan begint de ceremonie waar het om gaat. Er volgt een lang en moeilijk te duiden ritueel met veel marcherende militairen. Het ritueel straalt trots voor het eigen land uit, maar ook agressie richting het buurland. Maar opeens krijgt het verhaal een wending: een militair loopt naar het hek bij de grens. Het hek gaat open. Aan de andere kant blijkt een Indiase militair te staan. Kort schudden zij elkaar de hand. Het hek gaat weer dicht. Dus blijkbaar is er toch ook wederzijdse erkenning tussen beide landen. Tergend langzaam worden vlaggen van beide landen gestreken. Ze lijken te strijden met elkaar, alsof de ene vlag de andere wil neerhalen. Uiteindelijk gaan ze exact gelijk naar beneden. Al met al is het een bijzondere en bijna onwerkelijke ceremonie: een gebeurtenis die je inderdaad der rest van je leven bijblijft. Stel je voor dat wij in Nederland dit bij de grensovergang bij Hazeldonk zouden doen, twee keer per dag – bij zonsopgang en bij zonsondergang – zeven dagen per week, met aan de ene zijde duizenden Belgen en aan de andere kant duizenden Nederlanders… Na afloop wil iedereen met ons op de foto. Dat is het moment dat we beseffen: de grootste attractie in Pakistan, dat zijn wij zelf.

wat een bekijks
Zondagmorgen. We wachten buiten na het ontbijt op straat op het PSTA busje. Er wordt cricket gespeeld op straat. Een betonnen paal dient als wicket. Aan de overkant probeert iemand een geit aan z’n oor mee te slepen. Eind van de week is het offerfeest. Ieder gezin – dat het zich kan veroorloven – heeft een geit, schaap of een koe aangeschaft en een jaar lang verzorgd. Binnenkort zal de heer des huizes het dier slachten. Hun bloed zal rijkelijk vloeien in de straten van Lahore. We horen het geluid van kraaien: een vertrouwd geluid in de stad, wat je altijd en overal hoort, als ze tenminste boven het geluid van het toeterende verkeer uitkomen. De kraaien doen zich tegoed aan wat de mensen zoal achterlaten op de straten van de stad. En dat is veel. We zien geen vuilnisbakken op straat tijdens ons verblijf in Pakistan.De PSTA bus arriveert. We gaan naar een Anglicaanse kerkdienst. Tijdens de dienst worden we met applaus begroet. De predikant is zo vriendelijk om zo’n beetje de hele preek ook in het Engels te vertalen.

thee na de dienst
Na de dienst bezoeken we de belangrijkste toeristische attractie van de stad, het oude Mogul fort. Het is een enorm bouwwerk. De gids legt uit dat er twee paleizen gebouwd zijn door twee opvolgende vorsten. Op de vraag waarom de opvolger van de oude vorst een heel nieuw paleis liet bouwen is het logische antwoord: ‘because he was the new king’. Een nieuwe koning heeft recht op een nieuw paleis. Daar deden ze niet moeilijk over in de Mogul tijd. Ook hier hebben onze vrienden van PSTA geregeld dat we op plaatsen in het fort komen waar de gewone toeristen niet mogen komen. We mogen lopen door een prachtige zaal bedekt met kleine spiegelsteentjes. ’s Avonds hield de vorst hier zijn ‘diner by candlelight’. Je had dan het idee dat je onder de sterrenhemel at. Als je je ogen dichtknijpt krijg je een indruk hoe dat geweest moet zijn: schitterend.

schitterende gang in het Mogul fort
Projectbezoek, door Karin Kreijkes

Na het weekend in Lahore, staat op maandag het bezoek aan het project op ons programma.
Samen met de mannen van PSTA, de partnerorganisatie, vertrekken we richting de stad Gujranwala, zo’n 1,5 uur rijden vanaf Lahore. Hier begint het projectgebied.


We zijn in de gelegenheid om 2 van de 10 schooltjes te bezoeken, die door Diwa in dit gebied financieel gesteund worden. In de klaslokaaltjes, die klein zijn, zo’n 20m2, krijgen zo’n 50 kinderen van verschillende leeftijden tegelijk les. Zij zitten met z’n 5-en op een bankje, dicht tegen elkaar, zowel jongens als meisjes.
In de eerste klas die we bezoeken, zijn er 2 jonge leraressen die de lessen geven. De leraressen vinden het erg leuk met ons te praten, zij zijn erg trots om iets van hun werk te laten zien. De kinderen hebben nette uniformpjes aan en zij hebben allemaal een eigen schriftje waaruit ze werken. Ze leren rekenen, lezen en schrijven.


De kinderen vinden het heel spannend dat wij er zijn, ze kijken heel erg serieus en er is niemand die voor zijn beurt praat. We vragen of de kinderen een liedje voor ons kunnen zingen. Eén jongetje staat dapper op en zingt in het Urdu voor ons een liedje. Zijn vriendjes achter hem gniffelen. Dan zingt er een meisje voor ons een lied. Als ze klaar is komen de tranen, zo spannend vindt ze het. We zeggen dat we het heel mooi vonden en geven haar als eerste een cadeautje.


Alle kinderen krijgen van ons een kleinigheidje, een leuke pen, een schrijfblokje, een velletje stickers. Vooral de lolly’s die zijn meegenomen door Jan, een van de reisgenoten, zijn erg populair.
Voordat we de schooltjes verlaten, leert Diny, een van de reisgenoten, de kinderen een Engels lied: read your Bible, pray every day.  Ze doen allemaal goed mee, al begrijpen ze niet alles. Als Diny zegt, zing mij maar na, zingen zij: zing mij maar na!


De schooltjes staan op het terrein van de steenfabrieken. Zo is de drempel voor de kinderen om naar school te komen zo minimaal mogelijk gemaakt. Haroon, de project coördinator van PSTA, legt uit dat de grootste uitdaging is, de ouders over te halen hun kinderen naar school te sturen. Zij zien er namelijk niet altijd het nut en de noodzaak van in om hun kinderen naar school te laten gaan; in dezelfde tijd kunnen zij namelijk ook mee helpen en geld verdienen. Vooral als de kinderen naar hogere groepen gaan, zie je dat er een behoorlijke uitval (drop out) van kinderen is. Dat is jammer, daar is zeker nog wat te winnen.


Op het terrein van de steenfabriek zijn de ouders van de kinderen. Ook lopen er kinderen rond die (nog ) niet naar school gaan. Het maken van de stenen is een zwaar werk. Jaco en Karin proberen allebei een handje te helpen, door een mooie steen te maken, maar beiden worden door de steenbakster afgekeurd. De vorm is niet goed gelukt. Zelf gaat ze daarna verder, steen na steen, steen na steen.


We nemen ook even een kijkje bij de steenfabriek zelf. Op een heuvel staat een rokende schoorsteen en onder/in de heuvel worden de stenen gebakken. Een paar mannen gooien steeds opnieuw kolen op het vuur, door de gaten in de grond. De grond is warm en er komt veel rook vrij bij dit werk. Het werk ziet er erg ongezond uit.


De mannen van PSTA die bij ons zijn, hebben hart voor de kinderen en hun ouders. In onze gesprekken en in hoe zij met de kinderen omgaan merken wij dat. Zij geven hun energie en tijd voor deze kinderen.
We vinden het bijzonder dat we de schooltjes en het werk bij de steenfabrieken nu van dichtbij hebben gezien. We praten nog na over de kinderen, hoe serieus zij met het schoolwerk bezig zijn en hoe blij ze zijn met een klein cadeautje. We hebben veel geleerd bij dit bezoek. We hebben ook gezien dat er veel kinderen zijn, die nog niet naar school gaan. Het werk voor de steenbakkindertjes is en blijft een belangrijk en noodzakelijk werk.

Bezoek aan de familie van Shahlla

Na het projectbezoek, zijn we welkom bij de ouders van Shahlla. Meer dan welkom, zogezegd. Het is een leuke ontmoeting, hier in Pakistan (Jaco en Karin hebben de ouders ook in Nederland al ontmoet). Hier zien we wat Pakistaanse gastvrijheid in kan houden. Op het dak van het huis, is een feest voor ons voorbereid. Mooie rode vloerbedekking is neergelegd, doeken ter overdekking, mooie tafels en stoelen en een heel buffet.



Het is heerlijk om hier even bij te komen en wat uit te rusten. We blijven hier ook voor een korte nachtrust, want om 2u ’s nachts worden we opgehaald door de mannen van PSTA, zij gaan met ons mee op onze trip naar de Himalaya.
Onze PSTA-bodyguards
Natuur

De rest van de week zien we een heel ander deel van Pakistan. We zijn in de bergen. We komen in de dorpjes Shogran en Naran in de Kaghan vallei, aan de voet van de Himalaya. Het is hier heel mooi. De vallei kenmerkt zich door diepe, door rivieren uitgesneden dalen. Er ligt sneeuw en dat maakt het uitzicht soms adembenemend. Vooral bij het IJsmeer, Saif ulMalook,  is het schitterend. De plek is ook zeer fotogeniek! Ook de tocht met de jeeps er naar toe is een belevenis.





Het Diwabestuur op pad
We werden op onze tocht richting de Himalaya door de veiligheidssituatie belemmerd, waardoor we niet alles konden doen wat we ons hadden voorgenomen. Aan de andere kant hebben we ook heel veel wél kunnen doen. Pakistan nodigt uit, om verder te ontdekken! Het is triest dat het land niet veilig is en dat het zo onrustig is. Moorden en kidnapping is voor de Pakistanen een realiteit. Zij hebben met deze situatie te dealen en wij gaan weer naar huis. Laten we bidden voor vrede in dit land, waar wij zo gastvrij zijn onthaald!

Na een gezellige laatste avond op het kantoor van PSTA, waarbij we elkaar toezingen en cadeautjes uitwisselen, brengen de mannen ons naar de luchthaven. We zwaaien tot we elkaar niet meer kunnen zien. We hebben een fijne tijd gehad en echt het gevoel dat we vrienden zijn geworden.

van links naar rechts:
 1e rij: Diny Konijn, Margreet Oberink, Karin Kreijkes, Joanne Koutstaal, Anneke Roosink;
2e rij: Douwe Steenstra, Jaco Groenewoud, Jan de Schipper


.. met dank aan Anneke Roosink voor de foto's!
.. om de complete nieuwsbrief van Stichting Diwa te lezen, zie www.stichtingdiwa.nl; je kunt je ook aanmelden om de nieuwsbrief in je mailbox te ontvangen.